woensdag 12 januari 2011

Tablet oorlog; een analyse van de iPad

2010 was het jaar van de iPad. Daar zijn de meeste het over eens. Zelf heb ik geroepen dat het wellicht een jaar of zelfs twee jaar duurt voordat er een goed alternatief komt of een serieuze concurrent op dit gebied. Er is veel nieuws te doen om de tablets.

Mijn eerste Apple product kocht ik pas in december 2009, een iPhone. Ik irriteerde me vaak aan hoe mensen Windows zwart maakte en Mac OS de hemel in prezen. Maar sinds die eerste aanschaf ben ik zelf al 6000 euro verder aan Apple artikelen, dit schrijf ik op een Apple macbook pro (maar met Word en in Windows 7). De waarde van Apple is de laatste tijd enorm gestegen en met deze lijn is Apple kanshebber om het waardevolste bedrijf in de wereld te worden binnen een paar jaar. Wie zag dat aankomen? Hoe is dit mogelijk? Maar nu loop ik mezelf weer voorbij, terug naar de iPad.

Eén van de krachten die in mijn ogen erg belangrijk is, is de batterij van de iPad. Niet alleen kun je hem de hele dag gebruiken, ook het stand-by laten staan maakt dat je bij het gebruik niet steeds denkt aan je docking station. Iets wat ik wel vaak met een laptop heb als ik mobiel zit te werken. De batterij van de iPad is één van de sleutels van het succes. Waarom is HP vooralsnog niet doorgegaan met een tablet met Windows erop? De enige twee obstakels die ik zie is dat Windows niet gemaakt is voor tablets, hierover later meer, maar vooral omdat je niet kan aankomen met een tablet die na 2 uur zijn diensten staakt, of twee keer zoveel weegt als een iPad. Ook de Playbook van RIM schijnt te zijn uitgesteld omdat ze de batterij duur niet rond kregen.

Waarom kan de iPad dan wel zo lang mee? Gebruiken zij een speciale batterij die technisch anders in elkaar steekt dan bij concurrenten? Nee. Apple is geen uitvinder van speciale batterij’s en concurrentie heeft dus in potentie de beschikking over gelijkwaardige producten.

Nogmaals, hoe kan het dat de batterij van de iPad het zo goed doet? Ik denk omdat de batterij een belangrijke plaats inneemt van de strategie van Apple. Niet omdat zij briljante dingen bedachten, maar omdat het evolutionair zo is gegroeid.

Als je kijkt naar belangrijke momenten in de Apple geschiedenis, dan zie je dat de iPod en cruciale rol gespeeld heeft. Juist, een mobiel apparaat. Al heel snel is Apple dus geconfronteerd met batterij’s die snel opraakten en dat dit een belangrijk verkoopargument is. Omdat ze waarschijnlijk weinig invloed hebben op de technologie van batterijen moest er dus op andere manier gekeken worden om de duur van een batterij te verlengen. En als je volgend lijstje bekijkt zie je dat het er best een aantal zijn:

  • De muziek (en nu ook beeld) protocollen die Apple gebruikt kosten minder energie (bijv. H264).
  • Voor opslag worden flash geheugen gebruikt welke minder energie kosten dan draaiende onderdelen zoals deze in een harde schijf voorkomen
  • Slimme software optimalisaties om energie zuinig toch effectief met functionaliteit om te gaan
  • De ARM processor gebruikt minder energie dan gewone processoren door tal van redenen (de reden waarom ook Microsoft Windows gaat omschrijven zodat deze op ARM draaien)
  • Het beeldscherm is zuiniger met energie dan veel standaard LCD schermen.
  • Batterij mag zeer veel ruimte innemen door andere onderdelen klein te houden. 80% van de binnenkant van de nieuwe MacBook Air bestaat uit batterij! Dat is vier keer zoveel dan de rest van de inhoud.
  • Adobe Flash wordt geweerd (om tal van redenen), maar ook omdat dit energievretende software is.

De punten samen zorgen voor een optimale batterij prestatie. De software om goed met de batterij om te gaan zit complex in elkaar en bestaat misschien wel uit duizenden evolutionair opgebouwde optimalisaties. Hier zit jaren aan kennis en ervaring in, deze kennis moet een organisatie zelf opbouwen en er bestaan geen shortcuts voor. Door hier al jaren intensief mee bezig te zijn hebben ze hiermee een voorsprong op concurrenten opgebouwd die de batterij niet zo hoog op de prioriteitenlijst hebben staan.

De keuzes hebben Apple geen windeieren gelegd.

Het succes van de iPad bestaat uit meer dan een goede batterijduur. Neem bijvoorbeeld de prijs. Deze is onverwacht laag. Tijdens de keynote van Steve Jobs over de iPad daalde de koersen. Na het vermelden van de prijs namen ze ineens een sprong omhoog van meer dan 2 procent. Apple is een synoniem van duur, maar nu ineens bleek hun nieuwste product ook betaalbaar te zijn. Zelfs nu we bijna een jaar verder zijn (en de kosten voor een iPad voor Apple gedaald is) zijn de serieuze vergelijkbare producten niet goedkoper. Er bestaan wat goedkope alternatieven, maar die zijn ook serieus van een ander kaliber op het gebied van behuizing, gebruikers ervaring, duurzaamheid, et cetera.

Dan is er nog een andere invalshoek.

Apple wordt veel aangevallen om de “walled garden”. Dus dat de eigenaar van een product niet zelf kan bepalen wat er op zijn product is toegestaan en dat Apple schijnbaar vage regels hanteert voor het toelaten van applicaties. Ook ik trek daarover wel eens mijn wenkbrauw omhoog, maar wat ik niet begrijp wat nu het probleem voor de consument is? Het is een ding waar ontwikkelaars tegenaan lopen, maar de klant weinig raken. Natuurlijk zou ik ter vuur en ter zwaard strijden als Apple content van mijn apparaat zou verwijderen zoals onlangs door Amazon is gebeurt. Maar deze walled garden is voor veel mensen juist een zegen. Malware, ofwel software die schadelijk is voor de consument, wordt één van de grote problemen de komende jaren en mijn voorspelling is dat Apple’s IOS daar ook last van krijgt, maar minder dan bijvoorbeeld Android met als belangrijkste reden: de walled garden van Apple. Dit is meteen een bruggetje naar het grote succes van de Mac App Store. Dit concept schopt kont en hopelijk komt Microsoft snel met eenzelfde concept. Want ook hier geldt; als je daar iets koopt heb je ook redelijke zekerheid dat het software is die jouw computer en veiligheid niet schaadt.

Nu we toch bij de App Store zijn aanbeland. Het succes van de iPad lift natuurlijk mee op het succes van de iPhone en iPod touch. Liedjes en Apps kopen was nog nooit zo gemakkelijk en zonder de App Store was het heel anders gelopen met de iPad.

Toen de iPad werd aangekondigd was ik ook teleurgesteld. Het is geen laptop vervanger en gewoon een grote iPod Touch. Het duurde ook even voordat ik begreep waarom de iPad toch wel leuk was en ook hierin schuilt een succesreden. De iPad had nooit een productieve machine en laptop vervanger kunnen zijn. Gewoon omdat een tablet fundamenteel anders is als een beeldscherm met toetsenbord. Dus dat het in de basis beperkt leek, blijkt een noodzaak te zijn.

Wat de App store goed doet is de eenvoud waarmee je software kunt kopen. Een klik, wachtwoord invoeren en klaar. De interface van de iPad kent maar 1 scherm; een scherm met icoontjes, ofwel de apps. Dit is een beperking in mogelijkheden, net als dat er maar één knop op de voorkant van je scherm zit. Maar dit maakt het gebruik wel eenvoudiger en de uitleg korter. Mijn zoon van vier snapt het concept prima. Icoon aanklikken is applicatie opstarten, home button indrukken is altijd een applicatie beëindigen. Als iemand die veel met computers werkt ben ik altijd heel zuinig met het helpen van het uitzoeken van een nieuwe computer van iemand. Je krijgt meteen ook de vragen als ze ergens mee zitten. Sinds kort raadt ik een Apple aan (iPad of een computer met Mac OS). Dan weet ik redelijk zeker dat ik geen ondersteuning hoef te verlenen.

Onderschat ook het voordeel niet van het maken van de hardware en software. Android en Windows bijvoorbeeld draaien op hardware van veel fabrikanten, er zijn zoveel redenen waarom dit problemen op kan en zal leveren. Je hebt dan wel meer keus en de prijzen zijn in de regel lager, maar het is dus goed te verdedigen om iets meer uit te geven.

Ook voor de iPad geldt dat zowel de hardware als software van Apple vandaan komt. Zelfs nu zie je al wat problemen ontstaan doordat de iPhone 4 een ander beeldscherm heeft dan de voorgaande iPhones. Eerst was er alleen iPhone en iPod touch, nu is iPad erbij gekomen en ook de iPhone 4 (die ook weer bijvoorbeeld een gyroscoop heeft). Er komen steeds meer producten bij waardoor de App Store onoverzichtelijker wordt.

Nu de iPad zo’n doorslaand succes blijkt – ik zie dagelijks iPad op het werk en bij kennissen en op feestjes overweegt iedereen het wel om er één aan te schaffen – zijn andere bedrijven wakker geworden en wordt er flink geïnvesteerd om ook een tablet te produceren. Nu de eerste resultaten komen zijn de geruchten over een nieuwe iPad zo sterk dat niemand meer twijfelt dat deze er spoedig aan komt.

De markt is zeker nu nog groot genoeg voor veel verschillende tablets. De iPad lijkt mij (nog) niet zo geschikt voor zakelijke toepassingen, daarnaast kan ik me best voorstellen dat iemand naast een blackberry voor een Playbook die ook van RIM is zal kiezen. Of een Galaxy Tab naast een Galaxy S telefoon. Fans van Android zullen ook sneller wachten op een Android tablet, en er zullen tal van fabrikanten komen die goedkopere tablets produceren.

De tablet en dus ook de iPad is nog lang niet geoptimaliseerd. Werken met een tablet is fundamenteel anders dan het werken met computers of laptops. Er is (nog) geen mouseover, scrollen gaat anders, invoeren is ook niet optimaal met een toetsenbord die het scherm bedekt en dus snel erg klein maakt. Het zal nog wat jaren duren voordat deze fundamentele problemen zijn opgelost.

Niettemin is de scepsis over tablets binnen een jaar verdwenen. Ik kijk uit naar de toekomst.

Update : 21-01-2011 Plaatje van binnenste van iPad waardoor je de grootte van een batterij ziet:
OpenIpad

zaterdag 8 januari 2011

Technologie Schuld

Laatst kwam ik voor het eerst de term Technology Debt tegen; Technologie schuld (TS).

Stel je moet een aanpassing maken in de code van een applicatie. Om deze wijziging netjes te maken moeten er ook tabellen gewijzigd worden en wat andere zaken zoals een goede documentatie hierover. Door het echter kort door de bocht ofwel “quick and dirty” te doen door bijvoorbeeld niet een hulptabel te gebruiken maar een aantal waarden hard gecodeerd te doen en documentatie achterwege te laten creëer je een technologie schuld. De gedachte hierachter is dat je vroeg of laat de code opnieuw moet schrijven, wel netjes moet maken omdat je tegen beperkingen aan bent gekomen of dat de applicatie flexibiliteit mist waardoor bepaalde klanten niet meer met de software kunnen of willen werken. Door dus snel iets af te maken moet je later alsnog betalen (en wellicht meer en extra) om het snelle werk te herstellen en duurzamer te maken.

Het concept sprak me erg aan en ik heb er nu wel het één en ander van gelezen. Daar zag ik in mijn ogen foute voorbeelden zoals het niet invullen van requirements is niet per se een TS. Of dat het gehele concept anders werd uitgelegd of begrepen.

Ik heb in het verleden veel met TS te maken gehad, toen had ik er geen naam voor, nu wel. De analogie tussen een TS en een financiële schuld houdt een bepaald moment op, toch zit er waarde in de term en ik zal die toelichten.

TS bestaat en zit verweven in het vak en is bijna altijd een slecht zichtbaar risico. Ik kan het weten, want ik heb mij hieraan ook regelmatig schuldig gemaakt.

Nadat software is opgeleverd en ermee gewerkt wordt komen er wensen bij. Wensen worden beoordeeld en als deze uitgevoerd moeten worden komt dit bij de ontwikkelaars terecht. Vaak moet er ook nog een inschatting of een fixed price afgegeven worden en dan wordt de ontwikkeling uitgevoerd. Ik praat nu over een leverancier opdrachtgever verhouding, maar dit kan ook binnen een bedrijf zelf plaatsvinden, het gaat om de gedachte.

Het gebeurt regelmatig dat opdrachtgevers schrikken van de kosten voor een bepaalde verandering en ontwikkelaars of leveranciers willen de klant graag tegemoet komen. Ontwikkeling is vaak een schatting, dus er is ook nog wat ruimte, maar regelmatig wordt er ook een optie geboden. Bijvoorbeeld dat de ontwikkeling in minder uren en doorlooptijd kan, maar dat de invulling van de wens daardoor wel beperkter of minder flexibel is met oog op de toekomst. Hier wordt dus in feite een voorstel gedaan om een technologie schuld te creëren, en daar kan dus ook consensus over bestaan.

Ontwikkelaars zijn duur en dit komt mede omdat niet-ontwikkelaars niet goed snappen hoe ontwikkeling technisch werkt en vaak ook niet willen weten hoe iets technisch werkt. Daardoor is er vaak ook slecht zicht op of een ontwikkelaar goed is of niet.

Technologie schuld is niet per se slecht zolang er maar open over gecommuniceerd wordt. De schuld hoeft namelijk niet altijd ingelost worden. Iets kan kort door de bocht opgelost worden omdat het om een verandering gaat die slechts tijdelijk is, of functionaliteit door slechts door een klant of gebruiker gewenst is. In zo’n geval is kort door de bocht helemaal niet slecht. Pas als er verder op gebouwd moet worden ontstaat er meer schuld of wordt de schuld ingelost.

Ook bij een Proof Of Concept (POC) is de kans op TS groot. Nadat de POC goed is afgerond wordt er meestal niet opnieuw begonnen terwijl een POC juist kort door de bocht is opgesteld; namelijk om een punt te bewijzen.

Wat is het gevaar van een technologie schuld?
Zoals gezegd hoeft een TS geen probleem te zijn, zolang alle betrokkenen hiervan weten en er rekening gehouden wordt met de impact die het heeft of kan hebben.

Omdat een TS vaak niet berekend wordt en steeds groter kan worden door voort te bouwen op eerdere schulden kan de schuld enorm oplopen tot epische proporties. Dit hoeft overigens niet alleen maar te ontstaan door kort door de bocht oplossingen, maar door fouten in de uitgangspunten en/of architectuur. Stel dat een rechtenmodel van een eHRM oplossing erg rigide is opgezet en een wet veranderd of de organisatie veranderd van structuur, dan kan het zijn dat de software in zijn geheel niet meer aansluit op de organisatie of de klanten. Dit is geen TS, maar een tekortkoming in de architectuur van de software.

Om dit artikel abstract en dus kort te houden zal ik hier niet dieper op in gaan.

Het gevaar van TS is dat het vrijwel onzichtbaar is en mede omdat alleen ontwikkelaars de schuld kunnen zien is het een sluimerend gevaar. Want er is geen directe fout gemaakt. De software kan perfect volgens de specificatie functioneren, maar pas als er een wijziging nodig is komt het naar boven dat er onder de motorkap te kort door de bocht is gegaan, of dat een fundament ontbreekt.

In bepaalde gevallen kan er ook een TS ontstaan doordat door de quick en dirty oplossing er een veiligheidslek is ontstaan. Een voorbeeld hiervan is SQL injection, dus dat een kwaadwillende gebruiker een truuk toepast om de onderliggende database te manipuleren. Als er zonder schuld geprogrammeerd was (en de overige code wel goed gebouwd is), dan zou deze onveiligheid er ook niet inzitten. En nogmaals, een veiligheidslek of schuld kan heel lang verborgen blijven of zelfs nooit aan het licht komen.

Hoe wordt een TS voorkomen?
Omdat er doorgaans een kloof bestaat tussen ontwikkelaars en programmeurs en de rest van de wereld is voorkomen niet altijd gemakkelijk. Zeker niet omdat budget altijd beperkt is en er altijd druk van een deadline bestaat.

Iemand die genoeg weet van de ontwikkeltaal en software ontwikkeling algemeen, maar die ook de business en de behoefte begrijpt kan al een hoop schuld voorkomen. Je hebt dus een brug nodig tussen techniek en de business. Een ander hulpmiddel is een goede conventiebeschrijving. Dus aan welke regels en afspraken code moet voldoen. Daarnaast is een second opinion ook een goed idee. Iemand die niet extern van het project is en wel zelf kan ontwikkelen.

Omdat er geen breed gedragen codeer standaarden zijn is ontwikkelen toch nog wel een wilde westen. Geef twee groepen ontwikkelaars dezelfde opdracht en de oplossing kan volstrekt op een andere manier worden opgebouwd. Dit komt natuurlijk omdat programmeren virtueel is. Van zand kun je geen kantoor maken, van code kun je niet zien of deze stabiel en duurzaam is.

Het komt er dus op neer dat de ontwikkelaar(s) niet de enige zijn die naar de code kijken. Tijdens de initiële ontwikkeling is er vaak een actief team. Nadat software in productie is genomen kan het strak volgen van wijzigingen nog wel eens vergeten worden. Ook staan verantwoordelijkheden niet meer bij iedereen scherp op het netvlies en is de kans op TS dus groter.

Meer weten?
Over dit onderwerp en vooral de details kunnen boeken gevuld worden. Heeft u een verzoek? Wilt u meer weten? Toch voorbeelden of loopt u tegen een “schuld” aan? Neem dan contact op, ik help u graag.

Henri Koppen
Januari 2011


Links:
http://goo.gl/JyHFP  bij dit artikel las ik de term voor het eerst.

zaterdag 1 januari 2011

Recensie: Fujitsu ScanSnap S1300

Dit is een korte review van mijn nieuwe aanwinst: Fujitsu ScanSnap S1300.

Elke (kleine) ondernemer kent het probleem. Je levert administratie in, maar je hebt hem eigenlijk ook zelf nodig. Alles kopiëren is geen doen en onwenselijk dus je scant alle inkomende documenten in. Dit doe ik al zo’n jaar of jaar of zeven en dit werkt best goed. Meestal heb ik een flatbed scanner, en ik heb ook een aantal keer een all-in-one gehad. Nadeel van een flatbed scanner vind ik dat ze relatief traag zijn (meer gericht op foto’s) en nog vaker belabberde software meeleveren. Dat geldt vooral voor Canon. Technisch mooie producten maar ze stellen het gebruik van software zeker niet centraal. Het nadeel van all-in-one vind ik dat ze vaak groot zijn, inkt cartridges eten en als het printer gedeelte niet lekker werkt zit je met zo’n groot apparaat opgescheept. Ook daar ontbreekt het vaak aan goede software.

Omdat mijn laatste flatbed scanner (Canon 8400f) een gele zweem geeft en de driver het vaak af laat weten en hopeloos verouderd is ben ik op zoek gegaan naar een ander en heb de Fujitsu ScanSnap S1300 gevonden…. Wat een verademing!! Ik ben zeer onder de indruk. Het is een erg portable scanner die heel klein te maken is en niet bedoeld is voor foto’s maar voor documenten. Hij kan dubbelzijdig scannen en herkend als een pagina leeg is. Hij kan meerdere documenten dus meteen in één PDF plaatsen maar “kijkt” ook naar de tekst en herkend dus een pagina als deze liggend is en zet hem dan zo neer dat het hele document leesbaar is (dus staand en liggend onder elkaar zijn gewoon leesbaar). Uiteraard blijft de volgorde van pagina’s goed als je dubbelzijdige papieren in scant. Dit doet ie overigens ook nog meteen snel en de logistiek zit slim in elkaar. Je drukt gewoon op de enige toets die het apparaat rijk is en pas nadat hij wat heeft in gescand kies je wat je ermee wilt en kun je bijvoorbeeld de naam aanpassen. Met opties kun je instellen dat hij meteen het document ook daadwerkelijk leest en maakt er dus een echt PDF document van, geen plaatje. Voordeel is dat je dus ook kunt zoeken binnen het document, maar ook Windows kan het document indexeren zodat als je zoekt in Windows op een woord wat in het document voorkomt dan vind je het document dus. Ideaal en allemaal zonder problemen en poespas. De software die erbij zit is een verademing. Die is gewoon modern en uitgedacht en daarmee zie je dat er over het apparaat is nagedacht en niet alleen vanuit een technische bril.

Zelfs de verpakking steekt goed in elkaar en echt alle kabels zitten erbij. Zowel voor voeding via een AC adapter als een 2e USB kabel zodat de scanner ook onderweg te gebruiken is mits je maar twee USB poorten vrij hebt. Hij is erg compact en er zit zelfs een kabel bij voor het Verenigd Koninkrijk.

De prijs van 270 euro incl. BTW is niet laag, maar door alle gemakken en voordelen wordt dit daadwerkelijk snel terugverdiend.

Standaard is de kwaliteit zo ingesteld dat het document leesbaar is en zeer weinig ruimte in beslag neemt, dit heb ik wel meteen omhoog gezet omdat documenten soms ook nog geprint moeten worden. Maar nogmaals, de software helder en de opties zijn zo ingesteld.

Het mag duidelijk zijn. Ik ben lyrisch over dit apparaat en kan het dus van harte aanbevelen. Over duurzaamheid kan ik niets zeggen, ik heb het apparaat pas (28-12-2010). Als je nog meer wilt of sneller, dan is er ook de ScanSnap S1500. Die is wel serieus duurder en is niet erg draagbaar. Maar als je zitten te stoeien met je scanner, dan weet je mijn mening.

Henri Koppen
1 Januari 2011